Oogsten van het fruit

Voor het oogsten van het fruit heb je verschillende hulpmiddelen: plukmanden, plukschorten, onderlossers en fruitplukkers. De laatste categorie vind ik alleen bruikbaar voor mensen met bijv. maar 1 boom en die niet de ladder op durven. Oogsten met een fruitplukker (een netje met plukrand op een lange stok) duurt vreselijk lang! Tenslotte kun je, als je fruit oogst voor verwerking, ook het fruit schudden en rapen.

Plukkers hebben verschillende voorkeuren voor waarmee ze werken. Ik vind het zelf prettig om een plukmand te gebruiken. Die mand heeft een hengsel met daaraan een grote haak en zo kan ik de mand aan de ladder hangen. Dan kan ik me vrijer bewegen met plukken omdat ik niet een plukschort of onderlosser om mijn schouders heb hangen. Anderen vinden het juist lastig om een ladder op en af te klimmen met maar 1 hand aan de ladder. Ook til je dus met 1 arm tot ca. 10 kg bij een volle mand met peren. De mand heb ik aan de binnenkant bekleed met een stuk vloerbedekking om het fruit niet te butsen.

Een plukschort is hiernaast te zien: dat is een soort zak die om je middel hangt en met 2 brede banden over je nek en schouders. Dat vinden sommigen prettiger dragen bij het plukken. Wel heb je iets meer kans op butsen van het fruit. Het leeg maken van het schort zonder het fruit te butsen gaat juist weer makkelijker dan bij een plukmand (die moet je voorzichtig leeg storten in bijv. een krat of kist). Je stort het schort leeg door de buitenste band over je hoofd te halen en zo het schort te openen boven een krat of bak en het fruit eruit te laten rollen.

Een onderlosser of plukemmer hang je ook om je schouders. Het is een hoekige emmer zonder bodem waar een (blauwe zak) in hangt en onderuit hangt. Bij het plukken is die zak aan de zijkant met een elastiek dichtgevouwen (zie de emmer links). Als je het elastiek losmaakt kun het fruit er aan de onderkant uit laten rollen door de emmer voorzichtig op te tillen (zie emmer rechts).


Als je het fruit alleen gebruikt voor verwerking, bijvoorbeeld om er sap van te laten maken en je hebt veel te oogsten, dan kun je ook schudden en rapen. Dat gaat wel tot 3x zo snel als plukken. Ik schud met een 3-delige stokzaag, die uitgeschoven 5,5m lang is. Bovenop heb ik in plaats van een zaag een schudhaak gemonteerd. De kunst is om zo efficiënt mogelijk te schudden: met zo weinig mogelijk werk zoveel mogelijk fruit op de grond krijgen. Dan moet je niet teveel kleine vruchttakken schudden, maar ook niet te dikke gesteltakken, want daar krijg je de appels of peren niet vanaf geschud. Gesteltakken van ongeveer 2-3 cm dikte zijn het meest geschikt.

Als je gaat schudden dan butst het fruit. Te zachte appels of peren kun je dus beter niet schudden, want die barsten. Het is belangrijk om het fruit na het rapen zo snel mogelijk te verwerken (tot sap of moes of stroop). Afhankelijk van rijpheid en hardheid van het fruit kun je het nog tot misschien 2 weken goed houden (voordat het gaat rotten). Of je zet het geraapte fruit in een koeling. Dat kun je het een paar weken langer goed houden.